Wekelijks delen bekenden met roodgele roots, hun visie op Go Ahead Eagles en meer. Voor dit seizoen zijn dit Erdal Ascipinar, Robert Heukels, Edwin Lugt en Martijn Jongbloed. Vandaag opnieuw de beurt aan Robert Heukels!
In mijn brein wil het af en toe fiks stormen. Het komt door de vele verhalen die ik als journalist mag optekenen en die me verontrusten. Ik merk dat iedereen zich schrap zet. Wat gebeurt er in de wereld, in de oorlogen, in Amerika, in ons eigen Nederland. Het gaat niet goed in de zorg, niet goed in het onderwijs, in Den Haag knijpen ze kunst en cultuur uit, minachten ze sport, alles dreigt onder druk te komen. Langzaam wordt de lucht uit ons geslagen.
Als ik dat terugbreng naar Deventer en Go Ahead Eagles denk ik al snel aan de jongeren van nu. Totaal anders dan in mijn generatie groeien ze niet op met de bal aan hun voet, zie ik ze zelden zorgeloos rommelen op veldjes en in speeltuinen. Ze hangen en chillen op straat en leven in een digitale wereld. De bal is allang vervangen door de telefoon, de werkelijke wereld is vervangen door die van TikTok en Insta. Is dat erg? Ik weet het soms niet. Het is hoe dan ook anders.
De jongeren hebben mijn grote sympathie. Zij zijn de toekomst, zij hebben dromen, zij moeten nog heel lang door. En daarom moeten zij bewegen, sporten, geïnspireerd raken. Go Ahead is dan de parel van Deventer. Daar ligt het heldendom, daar is het theater, daar zijn gezonde mensen bezig met hun gezonde dromen en ambities.
Als vader van twee adolescenten en twee pubers, als trainer/coach van een JO19-team, kijk ik met grote ogen hoe de tijden veranderen en het perspectief vervaarlijk slingert tussen grote hoop en diepe wanhoop. Ik hoor ze met elkaar praten en voel met ze mee. Voor zich zien ze een ander pad dan het pad waarop wij liepen in de jaren zeventig. Ze vragen zich veel af en antwoorden zijn er zelden. Waar moeten de pubers van nu straks wonen? Wat worden hun banen? Waar liggen hun kansen? En blijven ze voetballen, blijven ze spelen, blijven ze bewegen? Krijgen ze de kansen die wij vroeger kregen? Het is spannend. De wereld is dichterbij gekomen, het kansenpalet is sensationeel gegroeid, maar de keuzes en het perspectief: poeh, hoe ingewikkeld is dat verhaal.
Ik slenter op straat in de wijk Borgele en zie ze fietsen. Jochies en ook opvallend veel meiden in de kleuren van roodgeel. Ik kijk om me heen in de Adelaarshorst en zie vaders met zonen, er lijkt niets veranderd. Ik hoor ze praten over hun eigen wedstrijden, het stelt me gerust. Maar dan praat ik voor mijn vak weer met mensen als Erik Scherder, met Marcel Levi, met Richard Krajicek, met Daphne Deckers en vele anderen die beter weten dan ik wat er in ons land speelt. Als het gaat om gezondheid, als het gaat om bewegen, als het gaat om onderwijs en om die driehoek waarin deze fenomenen zich bewegen. Het is die driehoek die ons laat leven. Want als we stoppen met het opleiden van knappe artsen, als we stoppen met bewegen, als we stoppen met het ons verdiepen in wat sport met ons doet? Dan stopt het dromen, heel langzaam, heel zeker.
Go Ahead –zo besef ik steeds dieper- is meer dan ooit het theater van die dromen. Het antigif voor de lamlendigheid, de zon versus de zwarte kanten van social media en internet. Als Go Ahead speelt, wijkt in ons brein even de angst voor wat er in het Midden-Oosten en Oekraïne allemaal gebeurt, wat er in de VS dreigt te gebeuren en hoe krankzinnig het is dat we nu een kabinet hebben dat wil bezuinigen op onderwijs, op sport, op kunst en cultuur, dus op gezondheid en op dromen. Wanneer ik in de Adelaarshorst ben, lijkt alles goed. Maar ik denk steeds vaker: dit mogen we niet voor lief nemen, dit is er niet zomaar, dit is een tijd om heel alert te zijn en te vechten voor alles wat voetbal en sport en kunst en cultuur en onderwijs en de zorg zo grenzeloos belangrijk maakt. Kijk naar de jochies en de meiden op hun fietsen en zie ze dromen over roodgeel. Dat is leven, dat is waar het allemaal om gaat.