Wekelijks delen vier bekende Deventenaren met rood gele roots, hun visie op Go Ahead Eagles en meer. Robert Heukels, Gerard Somer, Erdal Ascipinar en Roy Beumer wisselen elkaar wekelijks af met een eigen column over hun cluppie. Ditmaal is het de beurt aan Robert Heukels.
Kees en Zakaria
Kees is begonnen. En alles wat ik tot nu toe lees, zie en hoor van en over Kees, stemt me blij. Een geboren Eagle is geland in de Adelaarshorst: Kees is bescheiden, kundig, serieus, gedreven, doet lekker normaal, is rustig en ondertussen staat hij voor mooi, verzorgd voetbal met een grinta-hart. Passie, zoals u wilt. Kees lijkt mij een trainer die zich nooit belangrijker voelt dan het geheel, een man die tevreden gaat slapen als hij zijn jongens weer een stukje beter heeft gemaakt, het team net even wat fitter, sterker en slimmer dan gisteren naar huis heeft mogen sturen. Kees is er voor de jongens en voor de club. Ondertussen brandt van binnen de ambitie, maar het ego blijft klein. Kom daar nog maar eens om, deze tijden.
Daarom heb ik er alle vertrouwen in en daarom oefen ik nu engelengeduld. Als supporter is dat een lastige oefening. Ik had ook liever gehad dat we meteen met 5-0 van Telstar en 3-1 van Heracles hadden gewonnen en dat die nieuwe buitenspelers onmiddellijk heel erg leken op Neymar en Mbappé en dat Zakaria op de tien zich openbaarde als een reïncarnatie van de Arsenal-legende Dennis Bergkamp. Maar de waarheid is dat ‘wij van Kowet’ voor de tiende keer op rij met een totaal gerenoveerde selectie een nieuw huis proberen te bouwen en niet het budget hebben om meteen een miljoenenhuis neer te zetten, we doen het met de Gamma, de Praxis, de Ikea en het bloed, zweet en tranen van de Doe-Het-Zelver. Dan kun je dus maar ook beter beginnen bij het fundament, de organisatie, de discipline, de afspraken, de verdediging, het brok beton waarop alles gaat rusten.
Als je dat dan weet, is geduld alles. En dat is toch een dingetje in het voetbal. Omdat ik elke letter eet die over Go Ahead wordt geschreven en ieder woord dat via YouTube, Kippenhokken en RTV Oost tot ons klinkt inhaleer, voel ik de bui al weer hangen. Een spits! Een nummer tien! Zes nieuwe buitenspelers! Mag de lat niet wat omhoog? We moeten kritisch zijn! Go Ahead moet gewoon voor promotie gaan en wel nu! Zakaria heeft een hopeloze pass gegeven waarna zijn medespelers met hun hoofden gingen schudden! Rabillard schiet ze er ook nooit eens in! We creëren helemaal niks! Hoor, de aanvoerder waarschuwt ook al!
Enfin. Dat soort dingen dus. En dat is voor een club altijd best lastig en moeilijk te managen. Spelers lezen en horen ook wel eens wat. De buitenwereld versus de binnenwereld, wat wordt geloofd, waar wordt waarde aan gehecht? Uiteindelijk weten alleen de spelers en de staf hoe de dingen echt zitten. Zij weten waar ze aan werken, wat goed gaat en mis dreigt te gaan, wat werkt en niet werkt. Het is allemaal niet zo gemakkelijk, het is wel uitdagend en heel erg leuk, vooral als iets groeit.
En dat laatste is de levensader van Go Ahead Eagles. De groei. Daarom heeft Zakaria Eddahchouri mijn warme belangstelling. Hij is 20 en ik zit steeds naar hem te kijken met een gevoel van: deze jongen heeft het, maar hij is er nog niet. Het talent spat er van af, de loop, de balbehandeling, het inzicht, het is er, maar dat heel dominante en de power van de echte nummer 10 moet nog groeien. Je voelt aan alles: Zakaria kan dé vormgever van alle creatieve aanvallen worden, maar van alles moet er nog wat bij: en beetje dynamiet, een beetje inhoud, een beetje breedte, een beetje grinta, een beetje lef.
Ik hoop vurig dat het ze lukt bij Go Ahead. Dat ze Zakaria zo kunnen helpen en vormen dat de oester zich opent en het uiteindelijk zelf gaat doen. Zijn geschiedenis is het verhaal: steeds op het randje van net wel, net niet. Feyenoord bleek een stapje te hoog, FC Twente pakte hem niet, maar Zakaria behield de dromen en de doelen, trotseerde de eenzaamheid van een studio in Deventer terwijl zijn familie en vrienden in Papendrecht zitten en kreeg te maken met het fenomeen van het talent-zijn. Eerst word je het op het paard getild, door media en supporters, ben je de hoop. Vervolgens kijken de trainers een seizoen lang vooral langs je heen als er gewisseld moet worden en kweek je eindeloos zitvlees. Je gaat malen: ben je toch niet goed genoeg? Je gaat je verbijten, wordt boos, krijgt negatieve energie. En als je dan mag spelen, moet alles tegelijk eruit komen en nee, dat werkt nooit.
Zakaria kan enkel slagen door een sterk brein. Positief blijven. Geloof houden. Focus. Mijn boek met Louis van Gaal lezen. Weten dat het kan slagen, dat je het hebt, dat het er is. Talent kun je niet leren, talent heb je, het is een geschenk. Zakaria moet nu negeren dat er een roep is om een nieuwe nummer tien, hij moet nu met zijn daden vooruit stappen en daarmee een verhaal vertellen: die tien is er al, dat ben ik. Dat is een proces en nee, niet altijd leuk. Het is pijn lijden, knoerthard werken, de hele tijd maar verstandig zijn, de drang voelen jezelf te moeten bewijzen, voor jou en vooral het team. En dus moet Zakaria heel goed luisteren naar Kees en de zijnen. Zij dromen net zo hard van de doorbraak. Want geloof me, dit is wat de binnenwereld van Go Ahead wil. Dat ‘hun’ Zakaria het gaat maken. En wij van de media en de supporters? Geduld. En als het nodig is, nog meer geduld. Het wordt altijd beloond. Ik kijk er nu al naar uit dat we in oktober zeggen: weet je nog dat we zo graag een nummer tien wilden? Hij was er al.