Wekelijks delen bekenden met rood gele roots, hun visie op Go Ahead Eagles en meer. Voor dit seizoen zijn dit drie vertrouwede columnisten, te weten Erdal Ascipinar, Robert Heukels en Edwin Lugt. Met Martijn Jongbloed hebben we een nieuwe columnist. Hij zal in het seizoen 2025/2026 Hoofd Opleidingen worden bij Go Ahead Eagles. Vandaag mag Robert weer!
Het is af en toe heerlijk wat oude voetbalbeelden te zien. Het bijna laconieke juichen na een goal, het gewoon weer opstaan na een fikse tackle, een keeper die doodgemoedereerd een terugspeelbal in de handen sluit. Pure nostalgie.
Voetbal is, zeker na corona, een uitlaatklep van alle emoties geworden. Goals en zeges worden bijna hysterisch gevierd. Voor- en nabeschouwingen van wedstrijden duren bijna langer dan het voetbal zelf. Theater en overdrijving zijn niet meer weg te denken. Voor mij neemt het veel weg van de schoonheid van het spel. Ik genoot van de snelheid en de creatieve uitspattingen van Europees kampioen Spanje. Maar allemachtig, wat een gedoe bij ieder duwtje, wat een kinderachtige capriolen, hoe overdreven het gedrag van die twee overspannen backs met hun gemene schopjes, maar o wee als iemand naar hen blies.
Enfin. Ik kan wel stoer doen, maar zijn wij anders? Vrees van niet. Het heeft ook wel iets moois, voetbal is meer en meer religie geworden. Het verlangen naar het gezamenlijke juichen is natuurlijk ook in het nuchtere Deventer geslopen. Zoals ‘wij’ de plaatsing voor Europees voetbal vierden was tamelijk intens. Deed ik er aan mee? Jawel. Maar wij van Go Ahead hebben wel een alibi. Als je nooit zoiets groots hebt meegemaakt mag je best even gek worden. Promotie: oké. Handhaving: schitterend. Maar in het linkerrijtje eindigen en dan even NEC en Utrecht een loer draaien? Ongekend.
Ik kwam woorden tekort en gelukkig geeft ieder zichzelf serieus nemend medium, Deventer Voetbal voorop, me dan de ruimte om de ene roodgele column na de andere te schrijven. Inmiddels heeft dat geresulteerd in twee boeken, ‘In Deventer Zingen We Zo’ en het kakelverse ‘Ik Was Erbij’. Moet iedere Kowet-supporter dat laatste boek hebben? Ik dacht het wel. Niet alleen is het boek uniek omdat er zoveel euforie (sportief) en verdriet (overlijden Kees Vierhouten) in zit, maar het zit bovenal boordevol beelden die we nooit mogen vergeten. Meer dan 400 foto’s nemen je mee en dat is de grote kunst van een stel mannen die dagelijks rondhangen in de Adelaarshorst.
De spelers, de staf, de club, zij schrijven geschiedenis, maar dat dit zo knap verbeeld wordt, is te danken aan een stel hooligans als fotografen, mannen die door roeien en ruiten breken voor de mooiste plaat. Jarenlang heb ik met Revu- en Sportweek-fotograaf René Bouwman gewerkt en geloof me: een geniale sportfotograaf is een beetje gek. Het zijn soldaten, overladen met bier, emotie, gekkigheid, ze duwen zich naar de frontlinie en drukken op het juiste moment af. Kunst.
Erik Pasman. Henny Meyerink. Dennis Bresser. Han Balk. Rick Janssen. Carlo Bruil. Wouter van Zoeren. Wim Sneller. Het is niet de line-up van Paul Simonis, maar het zijn wel pure Deventer diamanten. Ze pakken de tijd van nu, de euforie, de passie, de schoonheid van het voetbal. Diepe buiging voor hen die ook het tijdloze van Kowet zien. De blik van Jannie, de noeste arbeid in de schaduw van het stadion, een broodje frikadel, een praatje pot op het supportersplein, het geluk van samen op het vertrouwde Vakkie. De fotografen klikken en leggen alles vast. Daar kunnen geen woorden tegenop.