Wekelijks delen vier bekende Deventenaren met rood gele roots, hun visie op Go Ahead Eagles en meer. Robert Heukels, Gerard Somer, Erdal Ascipinar en Marco Timmer wisselen elkaar wekelijks af met een eigen column over hun cluppie. Ditmaal is het weer de beurt aan Robert Heukels
Go Ahead moet snel terug als Team in de Tunnel
Toen ik zes was, kwam mijn tante Mies met ‘Pietje Bell in Amerika’ aanzetten. Ik wist onmiddellijk wat ik wilde worden: journalist. Zoals Pietje de mooiste verhalen verzamelde in New York, zo zou ik dat -om te beginnen- in Deventer doen. Ik was veertien toen ik bij Go Ahead Eagles binnenliep en vroeg wat ik kon betekenen. ‘Kun je zo goed voetballen dan?’ vroeg meneer Jan van de administratie. ‘Dat niet, maar ik kan wel schrijven.’ Niet veel later hing stadionspeaker Theo van Noessel aan de lijn en werd ik binnen gehengeld voor allerlei periodieken. Ik durf niks meer van die tijd terug te lezen, maar op deze manier leerde ik al wel heel vroeg de club van binnenuit kennen. Zo sprak ik ieder weekend urenlang met Adrie Steenbergen en Hennie Spijkerman over de belevenissen van de jeugdteams, bouwde ik een band op voor het leven met Michel Boerebach, Henk ten Cate en René Eijkelkamp en onlangs kwam ik tot de onthutsende ontdekking dat ik Marc Overmars al weer 34 jaar ken. We worden oud.
De wegen verbreedden zich en ruim zeven jaar geleden zat ik aan tafel met olympiërs Ireen Wüst, Bell Berghuis en Bibian Mentel. Voor dit trio mocht ik hun belevenissen volgen tijdens hun goldrush in Sotchi. Zoals zovelen voor en na mij viel ik als een blok voor Bibian, om wie een gloed van optimisme, lef en hoop hing. Deze vrouw was stoer. Stralend ratelde ze me de oren van mijn hoofd en een paar weken later won ze in het verre oosten de gouden medaille. Sindsdien hielden we sporadisch contact, ik heb haar nooit horen klagen of zeuren, ze was altijd zonnig, hoopvol, fier en vol plannen. Bovendien wist ze ongelooflijk goed wat ze wilde, ze leefde van tijd tot tijd in een tunnel en had altijd focus op succes. Niet zo heel lang geleden sprak ik wat mensen die zwaar door haar waren geïnspireerd en oogstte Bibian hun lof –naar eigen zeggen- met koontjes op haar wangen. Dit was een paar weken voordat het zoveelste slechte nieuws rondom haar broze gezondheid Nederland bereikte. Ze klonk als altijd. Monter, kordaat, energiek.
De dag waarop Bibian stierf, keek ik ’s avonds enigszins verdoofd naar Den Bosch-Go Ahead. Het is zoals het in deze rare tijden gaat, je schakelt voortdurend van harde realiteit naar het circus. Kijken naar 22 acteurs in een leeg stadion is nog een beetje het enige vermaak en zelfs als het leven stil lijkt te staan door verlies en verdriet, rolt de bal lustig door. De clubs naderen de ontknopingen in diverse competities en de spelers, de staf, de beleidsbepalers, ze kruipen nog dieper in hun tunnel, wanhopig op zoek naar de juiste focus en balans.
Ik mijmerde dat juist dat laatste fenomeen de echte toppers onderscheidt van de rest. Ireen Wüst en Bibian Mentel konden op het juiste moment dat ene nastreven en ze piekten als het echt moest. Daarvoor, daarna: prettige, losse, fijne mensen. Maar de tunnel van de topsport kenden ze van haver tot gort en eenmaal daarin was er slechts één doel: goud.
Ik keek naar Go Ahead en wist meteen waarom ik zo van dit team was gaan houden. Wedstrijd na wedstrijd zag ik die focus. Die overgave, die tunnel. Sommige teams kunnen dat: zich inlezen in de wedstrijd (eerste kwartier aftasten, posities en ruimtes bepalen, vastbijten), dan komt de diesel op stoom en richting het einde wordt de tegenstander murw en omver gespeeld. Zeker in de KKD een groot wapen, omdat het gros van de teams de discipline en overgave hoogstens een uur volhouden, niet voor niets regent het goals in slotfases.
Gek genoeg was die focus bij Go Ahead ineens weg in Den Bosch. Eigenlijk al na een paar minuten. Maar ach, het werd 0-1, het werd 0-2, dat ging best lekker zo, ook al speelde de slechtst presterende ploeg van de KKD beduidend frisser en beter dan onze trots. We zagen de virtuele stand in beeld, we stonden nog maar vier punten achter een directe promotieplaats, maar ondertussen was onze keeper drukker dan hij in tijden was geweest en zonder zijn uitstekende werk was het allang een ellendige toestand geworden.
Rust. Donderspeech. Alles in de reset. Fijn zo. Nu zou alles vast weer goed komen. Maar Den Bosch begon het over een andere boeg te gooien. Aangejaagd door een mogelijk wat rancuneuze Jack de Gier ging de beuk erin, werd er nog enthousiaster en harder allerlei vrije ruimtes in gehold en wonnen de blauwe mannen steeds meer duels. En wij van Go Ahead begonnen almaar slordiger te spelen. Aan de bal maar ook zonder bal stapelden verkeerde keuzes zich op. De blauwdruk waarin Kees het team secuur in tunnel en focus had geboetseerd werd verlaten. Toen was het ineens 3-3 en hadden we geen 60 maar 58 punten. Au.
Op twitter vroegen mensen zich af of het een met het ander te maken had. De onrust richting het duel, had dat een rol gespeeld? Ja, natuurlijk. Wel of niet verlengen van contracten, de exploderende aandacht voor de uitblinkers, het dreigende uit elkaar vallen van wat Het Team in De Tunnel was, dat spookt in de hoofden. Ook een bericht als het naderende vertrek van Harmen Kuperus, de bevlogen keeperstrainer: toch even vervelend, een barst in het bastion. Het beeld van een eensgezinde staf op een missie lichtelijk verstoord.
De grote kunst van Kees en co moet nu zijn: snel de tunnel weer opzoeken. De focus op het spelen en volhouden van goed voetbal weer volledig herstellen. De meter moet weer uitslaan naar 100 en niet naar 75 zoals in Den Bosch gebeurde. Terug naar de essentie, de taken, de afspraken, de blauwdruk, de essentie: doen waar je goed in bent en laten wat je minder kunt. Het zal moeten, de agenda ontploft met toppers.
De maanden april en mei bepalen altijd wie in de topsport het beste omgaat met het leven in De Tunnel. In de play offs gaan de laag-geklasseerde eredivisionisten veelal kapot omdat ze in het brein zo murw gebeukt zijn door alle tegengoals en verloren duels dat ze mikken op goed geluk en de klasse van hun sterspelers. Niet zo moeilijk voor te stellen dat VVV een te pakken prooi zal zijn voor een team dat als eenheid speelt. Maar ook in de KKD slaat Dokter Bibber zijn slag. De afleiding van de lonkende pot goud die al glimt aan het eind van de tunnel speelt velen parten. Cambuur, Almere, De Graafschap, ze verliezen ineens. NAC speelde zeker niet goed, had wel de individuele klasse, Go Ahead had het geluk van een zondagsschot en een geweldige keeper. Maar feitelijk speelde geen topploeg uit de KKD een normale wedstrijd afgelopen weekend.
Het wordt nu zaak in het brein rustig te blijven. Goed voetbal spelen, tot de allerlaatste minuut. Dit gaat allemaal om maar één ding: intensiteit. Er zijn prachtige modellen hoe zoiets werkt. Wie tot aan het einde de meeste goede acties uitvoert wint en vaak worden wedstrijden door de kracht van het brein gewonnen. Hoe eerder de acties afnemen, de keuzes minder worden, de focus verslapt, de intensiteit afneemt, hoe sneller het fout gaat. Ooit gaf inspanningsfysioloog Raymond Verheijen me daar inzicht in en dat was fascinerend.
Het is nu aan Kees en zijn mannen. Dit is de tijd van frisheid, fitheid en Het Team in de Tunnel houden. Nog niet reiken naar het goud, nog niet denken aan het feest, nog niet mijmeren over het eigen belang, de eigen toekomst, het ego. Den Bosch-uit liet zien wat er gebeurt als alles even verslapt. Dan win je zelfs niet van nummer 20.
Heb ik daar vertrouwen in? Zeker. Go Ahead heeft in potentie nog altijd het sterkste Team. Absolute voorwaarde is wel dat iedereen weer razendsnel plaatsneemt in dat denken van het collectief en de focus houdt op de eerstvolgende handeling en keuze. De mooie transfers en beloningen komen dan vanzelf.
Het is allemaal in de geest van echte sporthelden als Bibian Mentel. Winnen gaat om een mix van optimisme, lef, de absolute wil beter te worden en het gezamenlijk kunnen opbrengen op het juiste moment te leven in een tunnel. Alleen dan pak je wat er voor het grijpen ligt…