Een aantal (on)bekende Deventenaren met rood gele roots delen iedere week hun visie op Go Ahead Eagles en meer met ons. Deze week is de beurt aan Edwin Lugt die o.a. enkele jaren voorzitter van Go Ahead Eagles is geweest.
CLUBLIEFDE, BART VRIENDS EN THE WALL VAN ADRIE
Sinds enkele seizoenen is er een drietal voetballers (Bart Vriends, Maarten de Fockert en Thomas Verhaar) dat een zeer vermakelijke podcast maakt met een buitengewoon gevatte naam: De Cor Potcast (@corpotcast).
Voor degenen die de (onbedoelde) naamgever niet kennen: Cor Pot, inmiddels 71 lentes jong, is zo’n 20 jaar de rechterhand van Dick Advocaat geweest, o.a. bij Zenit Sint-Petersburg, Fenerbahçe en Feyenoord. Zijn bijnaam is ‘Mooie Cor’ omdat hij als speler van Excelsior na iedere training zijn haar voor de spiegel stond te föhnen. Cor is zelfs ijdeler dan menig voorzitter van een BVO – hoe moeilijk dat wellicht ook is om voor te stellen. Daarnaast staat Cor bekend als vrouwenliefhebber en omschrijft hij zichzelf als ‘een beetje ondeugend’. Niet alleen een kleurrijke, maar tevens een bijzonder aimabele man die Cor, dat mag ook wel gezegd worden.
Terug naar het drietal. Twee ervan hebben een Go Ahead Eagles-verleden: Bart Vriends en Maarten de Fockert. Voor De Fockert vormde Go Ahead Eagles een tussendoortje van één seizoen dat, ondanks een veelbelovende start bij Feyenoord en Jong Oranje, onderdeel uitmaakte van een verder niet bijster succesvolle carrière. Nog maar 27 jaar oud heeft hij het betaald voetbal zelfs al vaarwel gezegd; Maarten speelt op dit moment in de 3e Divisie Zaterdag.
Bart Vriends wordt door veel Kowet-supporters nog steeds op handen gedragen. Gedurende de 3,5 jaar dat hij voor onze club actief was heeft hij twee promoties, een degradatie én Europees voetbal meegemaakt waarbij hij, zoals we ons allemaal nog levendig kunnen herinneren, tegen Ferencvaros de enige Europese goal in de historie van Go Ahead Eagles maakte. Inmiddels voetbalt Bart, 31 jaar, al weer ruim 5 seizoenen bij Sparta Rotterdam.
Met enige regelmaat nodigen de heren een gast uit, waarbij telkens een ander thema op de agenda staat. Met Hugo Borst aan tafel stond het onderwerp Clubliefde centraal. Borst, zoals bekend oer-Spartaan, verkondigde zijn overtuiging dat spelers en supporters elkaar niet begrijpen en dat Clubliefde (tegenwoordig) uitsluitend nog bij de tweede groep bestaat. Als uitzonderingen op deze regel werden Frank Korpershoek, mister Telstar met 383 wedstrijden in 15 seizoenen en de in Deventer en omstreken ‘niet bijster geliefde’ Bram van Polen met ruim 450 wedstrijden in 15 seizoenen (en ‘still counting’…) genoemd.
Ook onze eigen Patrick ter Mate, wiens jongensdroom op 2 februari 2014 uitkwam toen hij als 3e keeper bij NEC-uit in de basis mocht starten, kwam aan de orde. Patrick, voorzien van een Eagles tattoo met de datum 26-5-2013 (die hij, vol vertrouwen na de 3-0 thuiswedstrijd tegen FC Volendam, de dag ervoor al had laten zetten…), keepte een wereld-pot. Een 1-1 gelijkspel was het resultaat en na de wedstrijd stond hij als een dolle te springen en te juichen voor het vak met zijn B-Side vrienden waar hij normaal gesproken tussen stond.
Tijdens de uitzending vroeg Hugo Borst de heren van de Podcast of zij zelf wellicht Clubliefde kenden. Nou ja, De Fockert had wel een goed gevoel bij Heerenveen waar hij een paar seizoenen had gekeept en hoe Verhaar (pas op zijn 26e prof geworden) ook perste, er kwam niets noemenswaardig uit. En toen kwam Bart Vriends. Bart kende geen twijfel. Zijn huidige werkgever, Sparta Rotterdam, waar hij inmiddels al aanzienlijk langer actief was dan bij Go Ahead Eagles, was een leuke en fijne club, een warm bad, dat zeker. Maar zat de club ook inmiddels in zijn hart? Nee, dat had Bart maar bij één club. Bij zijn afscheid van Go Ahead Eagles wist hij het al: meer gevoel dan bij deze club zou hij nergens anders krijgen. Hij noemde en roemde de superfanatieke en loyale supporters. Zij hadden hem in die 3,5 seizoenen zoveel liefde gegeven dat hij bij zijn afscheid letterlijk had gehuild. Ik vond het ontroerend mooi om te horen en geloofde Bart 100%.
Ook ik heb, tijdens mijn 6-jarige periode als bestuurder van de club, verscheidene keren tranen gelaten. Voorbeelden hiervan zijn de overdracht op het veld door Ludwig Boosveld van de door hem ‘ontvreemde’ middenstip aan Erdal Ascipinar, ter ere van en nagedachtenis aan diens in juni 2013 overleden broer Serdal en de ereronde in het stadion van de terminaal zieke René Beumer in augustus 2014. Het zijn momenten die mij zeer hebben geraakt, die mij deden beseffen hoe diep de liefde van onze achterban gaat (ook de geweldige Memorial Garden is hier een voorbeeld van) en hoe belangrijk het welzijn van de club voor het welzijn van haar supporters is. Dit laatste brengt voor bestuurders best een forse verantwoordelijkheid met zich mee – en dat geldt zeker voor een volksclub als Go Ahead Eagles.
Dat was ook de reden dat ik in 2015 na de met 0-1 verloren thuiswedstrijd tegen De Graafschap (waardoor degradatie een feit was) de selectie en staf in de kleedkamer in tranen toesprak. Er kwam wellicht al nooit veel zinnigs uit mijn mond, maar toen moet het ook nog eens vrijwel onverstaanbaar zijn geweest. Het voelde alsof ik persoonlijk de trouwe achterban in de steek had gelaten, de frustratie was (ook bij mij) groot en het falen drukte zwaar op me.
De verantwoordelijkheid die ik gedurende die jaren droeg, bood denk ik dan ook nog geen echte ruimte voor Clubliefde. Na mijn vertrek als voorzitter in 2018 heb ik echter ervaren dat het zaadje tijdens mijn bestuursperiode wel degelijk was geplant. Go Ahead Eagles is, in de ruim 10 jaar dat ik nu bij de club betrokken ben, onder mijn huid gekropen en maakt inmiddels een onlosmakelijk deel uit van mijn leven. Het gevoel van verbondenheid met al die mensen die trots zijn op de club en de kleuren van juweel in hun hart dragen, is iets dat ik daarbij koester – waar ook ter wereld.
Het kostte me dan ook niet veel moeite ‘ja’ te zeggen tegen het verzoek van de mannen van Deventervoetbal.nl om op 4-wekelijkse basis mijn licht te laten schijnen over het wel en wee van onze club, waarbij af en toe ook het nationale en internationale speelveld aan de orde zullen komen. Ik hoop daarbij natuurlijk dat mijn bijdrages als lezenswaardig zullen worden beoordeeld.
Tenslotte, over Clubliefde gesproken: het concept (voor deze column) dat ik 2 weken geleden schreef, bevatte de vraag wanneer Adrie Steenbergen nou eens aan die prachtige Wall of Fame zou worden toegevoegd. Met als alternatieve suggestie dat Adrie een geheel eigen Wall zou krijgen, samen met andere vrijwilligers die zich -pak hem beet- minimaal 40 of 50 jaar belangeloos voor de club hebben ingezet.
Op 17 oktober is Adrie ter ere van zijn 75ste verjaardag aan ‘de Wall’ toegevoegd, een meer dan terechte beloning voor -inmiddels- maar liefst 47,5 jaar vrijwilligerswerk van deze Clubman in hart en nieren. Mijn ‘alternatieve suggestie’ blijft echter staan; ook de -veelal onzichtbare- vrijwilligers verdienen het om zichtbaar vereeuwigd te worden. Hun bijdrage aan Go Ahead Eagles is in meerdere opzichten van onschatbare waarde. Ik heb dat tijdens mijn bestuursperiode volop ervaren maar ook toen ik vorig seizoen één wedstrijd bardienst draaide: Clubliefde, dat is waar Kowet op drijft.