Wekelijks delen bekenden met rood gele roots, hun visie op Go Ahead Eagles en meer. Robert Heukels, Gerard Somer, Erdal Ascipinar, Edwin Lugt wisselen elkaar wekelijks af met een eigen column over hun cluppie. Ditmaal is het de beurt aan Robert Heukels.
Vorige week was ik voor mijn werk op Varkenoord, het jeugdcomplex van Feyenoord. Het wemelde daar van de oud-helden, mannen die in de jaren negentig de Coolsingel vol speelden met een landstitel en wat bekerwinsten. Al die oude helden zeiden hetzelfde: er was in dat hele team van trainer Willem van Hanegem maar één speler waarvan ze zeker wisten dat hij trainer zou worden. Peter Bosz.
Het voorgevoel van toen klopte. Peter Bosz werd trainer en wat voor één. De geboren Apeldoorner bouwde aan een imposant CV, liet zijn ploegen met fases schitterend voetbal spelen, maar steeds weer bleef zijn prijzenkast leeg en donderden zijn elftallen uiteindelijk in elkaar. De trainer Peter Bosz werd zodoende een fascinerend fenomeen. In Almelo, Arnhem en Amsterdam liepen ze met hem weg, maar er jeukte toch ook altijd iets, want waarom kon Bosz zijn bijna romantische opvattingen niet verzilveren en waarom ging het in het buitenland (Dortmund, Leverkusen, Lyon) zo ongenadig mis?
En toen kwam dat ene artikel in Voetbal International, niet zo lang geleden. Daarin schetste de inmiddels 60-jarige Bosz dat zijn carrière op zijn eind liep, maar dat hij nog wel bij een mooie kluppie ooit eens aan de slag zou willen. De club van zijn jeugd, de club van zijn roots. Go Ahead Eagles. Dat zou zijn CV aftoppen.
Toekomstmuziek en verre toekomstmuziek ook nog eens. Voorlopig hollen ze in Deventer de polonaise achter de ongenaakbare René Hake, die zijn contract onlangs verlengde en zomaar eens de Guy Roux van Go Ahead kan worden. Voor de jonge lezers: Guy Roux was een fenomeen in Auxerre, ik denk dat hij er zeker 82 jaar trainer is geweest. Bovendien lijkt Bosz als trainer eindelijk volledig in balans en helemaal in zijn prime bij PSV. Zoals het hoort bij een elftal van Bosz wordt er prachtig gespeeld, maar ditmaal zit het achterin ook vrij stevig in elkaar en is er van de beruchte Bosz-dip vooralsnog geen sprake. PSV is tamelijk onverslaanbaar, zeker in eigen land.
Bosz lijkt bij het naken van zijn pensioen alsnog de vruchten te plukken van al zijn kennis én falen, want een vakman leert van zijn fouten. De trainer oogt gelouterd, ontspannen en zit als een Buddha in de wedstrijd. Dit is zonder twijfel zijn beste tijd, in de winter van zijn loopbaan flikt hij zijn liefste kunstje. PSV, voorheen al jaren dolende en een vrij onsympathiek geheel, is dit jaar niet alleen verschrikkelijk goed, maar ook aaibaar. Het Calimero-dopje is afgeworpen, zelfs Luuk de Jong is meer aan het uitblinken dan aan het zeuren en als PSV swingt, dan is het een sexy gezelschap. Was getekend: Peter Bosz.
De sleutel van de prijzenkast is gevonden, maar graag zou ik in de toekomst willen kijken. Stel dat Hake in de zomer van 2026 een fijne Bundesliga-uitdaging zou krijgen. Zou de dan 62-jarige Bosz nog een romantische episode aan zijn carrière willen toevoegen? Dat ie dan de jeugd van Kowet lekker laat doorstromen (tegen die tijd moet dat toch wel kunnen), een KNVB-bekertje pakt en de boel met schitterend voetbal vermaakt? Wellicht kan dit Go Ahead vrijdag hem al een beetje verleiden. Met een kolkend stadion, een hartstochtelijk spelend elftal en een knap resultaat. Eens zal PSV weer eens verliezen en eens zal de toekomst geschreven worden. Mijn glazen bol slaat bizar grote wolken uit.